Netwerk architectuurcentraLokale centra delen ambitie en kennis


De architectuurcentra haalden de banden aan tijdens de Dag van de Architectuur. Samen met de stadsbouwmeesters en de rijksbouwmeester. ‘Bij elkaar komen wordt steeds belangrijker’.
     

Je zou het als metafoor kunnen zien: de korte maar indrukwekkende looproute van Beurs naar Bijenkorf op grote hoogte over het Rotterdamse centrum. Het stadslandschap, gemarkeerd door enkele hoge torens, is van bovenaf een netwerk van kleine en grote gebouwen, met elkaar verbonden door straatjes, erven en weer van elkaar gescheiden door een brede avenue (de Coolsingel).   Ook een mooie parallel is de drukte op het parcours dat de Rotterdamse Dakendagen heeft uitgezet. De belangstelling voor deze spectaculaire blik op de stad is groot.      
Een paar honderd meter verderop in Het Nieuwe Instituut (ook hier is het dak open voor publiek) wordt een ander netwerk zichtbaar, dat van de vele architectuurinitiatieven.      

Verspreid over Nederland telt Architectuur Lokaal 47 architectuurinitiatieven. Daarnaast zijn er bijna evenveel bouwmeesters: 41. De rijksbouwmeester en de rijksadviseurs torenen er als landelijk instituut bovenuit; ook de spoorbouwmeester en de politiebouwmeester hebben een landelijk bereik. De overige stadsbouwmeesters (niemand noemt zich nog stadsarchitect) bedienen ‘hun’ stad of dorp. Dat geldt ook voor de tien bouwmeesters van Het Oversticht. Overigens: Den Haag en Amsterdam hebben geen bouwmeesters (meer). Wordt het niet weer eens tijd?  

Een andere indicatie van het wijdvertakte netwerk van professionals die zich bekommeren om ruimtelijke kwaliteit, biedt de nationale enquête die Q-factor (Jose van Campen en Sandra van Assem) heeft uitgezet. Hier hebben 179 adviespraktijken ruimtelijke kwaliteit zich bekend gemaakt.  Van de deelnemende adviespraktijken werkt 78 procent op gemeentelijk niveau, 18 procent op provinciaal en de laatste 4 procent rekent het gehele land tot werkgebied.    
Waar de gemeentelijke en provinciale Commissies Ruimtelijke Kwaliteit de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit als vertegenwoordiger hebben, moesten de architectuurcentra het sinds 2015 zonder landelijke coördinatie doen.      

Ontmoeting
‘Dat was kalig en onhandig’, zegt Indira van ’t Klooster (directeur Arcam). Zij nam samen met Barbara Luns (AIR Rotterdam) en Gabriel Verheggen (ABC Architectuurcentrum Haarlem) het initiatief om het netwerk Cola (Coördinatie lokale Architectuurinitiatieven) nieuw leven in te blazen.   Het netwerk verstevigen. Vaker bij elkaar komen. Het wordt steeds belangrijker, gezien de opgaven, die immers allemaal de grenzen van stad en regio overstijgen. Opdat iedereen elkaar weer eens echt kan ontmoeten hebben zij deze kennisdag op de Dag van de Architectuur georganiseerd.      

Barbara Luns wees op een andere belangrijke taak: het bestendigen van het culturele gesprek over ruimte ook met bewoners. De architectuurinitiatieven kunnen een brug slaan tussen architectuur en cultuur. Ondanks participatie voelen veel bewoners zich niet gehoord. En juist bij het brede publiek moet het besef van de grote opgaves doordringen, voegt Gabriel Verheggen toe.    

Wat dat betreft is ook een diversiteitsslag geboden: het aantal vrouwen is inmiddels gestaag aan het toenemen, maar de sector blijft opmerkelijk wit.   De groep architectuurinitiatieven is verder wel divers. Er zijn grote verschillen in organisatie en financiering, vele gradaties in professionalisering.   

95 vrijwilligers
De ambities en het enthousiasme van alle initiatieven zijn groot, de middelen even zeer beperkt. De centra moeten nog altijd elk jaar subsidie aanvragen, een tijdrovende en inspannende klus die een flink beslag legt op de beperkte personele capaciteit - mooi woord voor de enkele betaalde kracht en de vele vrijwilligers die de initiatieven draaiende houden. Verheggen van het ABC Haarlem heeft bijvoorbeeld 95 vrijwilligers.  

De gehele financiering van dit culturele veld is een optelsom van aanvragen voor fondsen, projecten, jaarprogramma’s etc. Dat maakt de clubs niet alleen kwetsbaar, het geeft hen ook minder zeggenschap over het eigen programma - zij moeten zich immers verhouden tot de ‘opdracht’ van de geldschieters. Het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie is zo’n belangrijke geldschieter met zijn open oproepen zoals het recente Anders werken aan wonen.      

Samenwerking
Er ligt dus een prachtig en fijnvertakt netwerk klaar om de bestrijding van de nationale crises (klimaat, energie, stikstof, woningbouw etc) lokaal en regionaal te laten landen. Veel initiatieven werken al zo. Zij vertalen de landelijke vraagstukken en kwesties naar de lokale situatie.  

In Brabant werken verschillende centra nauwer samen, maar de meeste initiatieven opereren op eigen houtje. Dat er meer samenwerking moet komen wordt algemeen gedeeld, ook om de slagkracht van de centra te versterken. De vraag hoe ligt ingewikkelder.      

Christiaan Weiler (CBK Zeeland) zoekt bijvoorbeeld naar kritische massa, bovenlokale allianties, om grote spelers in ‘zijn’ provincie Zeeland zoals Dow Chemical aan tafel te krijgen. Irene Edzes (Amersfoortse Fasade) ziet mogelijkheden in het organiseren van een roulerende, reizende tentoonstelling die telkens een extra lokale laag krijgt. Clemens Gielingh (Gras, Groningen) oppert een overkoepelend programma met diverse architectuurcentra, gefinancierd voor drie tot vier jaar.      

Ook zonder direct concrete voornemens is een toogdag als deze van waarde, zegt Indira van ’t Klooster, om elkaar te ontmoeten en om de overlappende netwerken lokaal en landelijk te verstevigen.  Dat is ook wat rijksbouwmeester Francesco Veenstra in zijn slotwoord benadrukt: vanuit rijksperspectief is, gezien de opdrachten, verbinding tussen de schalen van belang.      


Elma van Boxel (midden) tijdens de presentatie van het Ministerie van Maak.

Ministerie van Maak

Kristian Koreman en Elma van Boxel van ZUS, presenteerden namens onder andere Volume Magazine en de IABR, het Ministerie van Maak.   
Het is een anti-ministerie, opgericht om het gestamp van noodwoningen te voorkomen. Koreman presenteerde een plan om met honderd testkits van elk tienduizend woningen binnen een paar maanden een landelijke bouwdoos te creëren, gevuld met opties voor een miljoen huizen. Wat hen betreft worden de architectuurcentra de GGD’s van de operatie om de ruimtelijke crisis te bestrijden. Geheel gemodelleerd naar de corona-aanpak van minister De Jonge. De testkit bevat alle materialen nodig om flexibel, modulair en biobased een wijk in te richten. Koreman: ‘Een collectieve opdracht én verbeelding.’  


Marijke Bovens | juli | 2022
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via: http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit